Klik hier voor deel I, waarin ik bij de psycholoog leerde dat ik best capabel ben en olie in het reservoir van de ruitenwisservloeistof gooide op weg naar een date.
Ik keek op de dashbordklok en zag dat het vijf voor vijf was. Nadat ik de auto aan de kant zette stuurde ik eerst een paniekerig berichtje richting de molen: ik heb iets heel doms gedaan, echt heel dom. Daarna belde ik de garage.
‘Dat is inderdaad niet heel slim,’ zei de garagehouder. ‘En we zijn bijna dicht. Maar kom maar langs.’
Op weg naar de garage bedacht ik welke spullen ik niet moest vergeten mee te nemen. De toilettas. Het boek dat ik aan het lezen was. Mijn oplader. Welke dingen ik in de auto kon laten, zodat ik niet zo zwaar hoefde te tillen op weg naar huis. De wijn. Ik bedacht in welke tas de sleutels van mijn voordeur zaten. Hoe ver het lopen was naar huis. Het sneeuwde zacht, haast onzichtbaar.
De garagehouder stond te lachen toen ik aan kwam lopen.
‘Geef de sleutels maar aan Ronald,’ zei hij en wees naar een jongen in de hoek van de garage. ‘Die rijdt je auto naar binnen en zuigt de boel er meteen uit.’
Binnen vijf minuten was het klaar.
‘Dit was het?’ vroeg ik.
‘Doe maar een tientje,’ zei de garagehouder.
Ik stuurde weer een bericht.
‘Ik kom er toch aan,’ zei ik. ‘Geen hoe laat ik er ben, er kan de komende twee uur nog van alles gebeuren.’
Het gevoel hebben dat alles je maar overkomt terwijl je er zelf de hand in hebt is wat mij betreft een van de vervelendste toestanden om in te verkeren. Het is als een stroom, de gebeurtenissen stapelen zich altijd op, vaak ben je te moe of te overvallen om ergens grip op te krijgen en terwijl je meegezogen wordt in alle ontwikkelingen probeer je iedereen die op de hoogte moet zijn op zo’n manier te informeren over de stand van het zaken dat ze snappen wat er aan de hand is en je tegelijkertijd nog voor vol aanzien.
In de auto luisterde ik naar een podcast over de geschiedenis van Palestina, daarna naar Manu Chao. De tijd verstreek ontzettend snel.
In de molen zat iedereen nog aan tafel, al waren de meeste mensen uitgegeten. Door alle tegenspoed met de auto had ik niet de ruimte gehad om me druk te maken over dat ik me in onbekend gezelschap ik zou verkeren. Ik gaf het cadeau, stelde me voor aan de mensen die ik niet kende en binnen een halfuur voelde het alsof ik al een dagdeel aan de tafel zat.
We speelden spelletjes, spraken over hoe ver Groningen wel niet weg is (of hoe ver alles van Groningen ligt), mensen vertelden over de kalender die ze aan het maken waren, er stond een doosje met shotjes die naar boterballen smaakten, ik had het met iemand over hoe snel we huilen, iemand begon over Roadburn. Ik moest veel lachen. Toen pakte ik mijn telefoon om te zien of ik gemiste berichten had en zag een mail van de ANWB. Ze hadden me al een paar keer gemaild en gebeld stond er, en omdat ik na herhaaldelijk verzoeken de openstaande factuur niet betaald had, was mijn verzekering opgeschort. Mijn auto moest blijven staan waar hij stond.
deel drie volgt snel!
g4nrpg