Rommelkamer

Over anderhalve maand heb ik weer een intakegesprek bij de ggz. Ik heb inmiddels zo lang op de wachtlijst gestaan dat het traject ingaan behoorlijk wat urgentie verloren heeft, maar de crisis die ik dit jaar doormaakte heeft me geleerd wat er de vorige keer is blijven liggen, dus ik zeg niet af.

Vroeger leefde ik in een vervuild huis, compleet met muizen en fruitvliegen en de restanten van verpopte maden die in plakkerige substanties op mijn kasten lagen. Nu durf ik mensen bij me thuis te laten slapen.

Ik weet niet waar ik moet beginnen mijn oude psycholoog te vertellen wat er allemaal veranderd is. Er is veel om trots op te zijn.

Een van de kamers in mijn huis heette eerst het kantoor, nu de rommelkamer. De kamer doet me denken aan mijn oude huis, al is het er niet vies, vooral heel vol. Vanmiddag nam ik een lijn speed en sleepte alle rommel uit de rommelkamer de rest van mijn huis in. Ik weet niet wat ik met de spullen moet. Weggooien, weggeven, naar de kringloop brengen. Het is veel. Veel spullen. Veel werk. Ik wil doorwerken maar weet niet hoe verstandig het is nachten over te slaan nadat ik net lichttherapie heb gehad en ik wil geen navraag doen want ik kan het antwoord eigenlijk wel voorspellen.

Ik weet niet waar ik moet beginnen te vertellen wat er allemaal veranderd is. Ik wil een logeerkamer in mijn huis. Mijn innerlijke adolescent is geheeld. In therapie spraken we steeds maar over het innerlijke kind, maar als ik mijn psycholoog straks spreek zal ik haar vertellen over de innerlijke 19-jarige. Dat ik weer piercings heb genomen en geen mannen meer wil en me tot het anarchisme heb bekeerd. Dat ik clowns ben gaan sparen. Hoe tevreden ik ben over wat ik allemaal meemaak. Dat ik zoveel meemaak. Dat ik straks tachtig ben en denk: ik heb het allemaal wel gezien.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *