Woede
Op een ochtend stond ik op en was alleen maar boos. Dit einde, dacht ik, is niet mijn schuld. Ik heb alles goed gedaan, ik heb mijn best gedaan, jij hebt compleet verzaakt. Alle moeite die ik deed heb ik in een bodemloze put gestort, was vergeefs, verspild.
Ergens riep een stem dat ik misschien ook een aandeel had in de situatie, maar ik begreep meteen dat nadenken over mijn bijdrage aan het einde van onze relatie ervoor zou zorgen dat ik niet meer boos zou kunnen zijn, en gezien ik in therapie heb geleerd dat ik niet moet nadenken en vooral veel moet voelen, besloot ik dat het voor de verwerking goed zou zijn als ik de komende tijd gewoon aan zou nemen dat alles Oscar zijn schuld was.
(Een paar jaar geleden las ik in een ggz-wachtkamer de autobiografie van Elisabeth Kübler-Ross. Toen een psycholoog me ophaalde wilde ik mijn verbazing met haar delen, hoe kan het dat we collectief zo vasthouden aan de rouwfasen die deze psychiater beschreef terwijl ze ook in dingen geloofde die de meeste mensen als grote quatsch zouden bestempelen? De psycholoog keek me met een lege blik aan. Ze had geen idee over wie ik het had.
Even dacht ik: hoe ga jij me helpen als er geen belletje gaat rinkelen bij het horen van de naam Kübler-Ross? Later dacht ik: je hoeft niet alle theorie paraat te hebben om iets goeds te doen. Het is een gedachte waar ik sinds ik niet meer depressief ben en vol kennishiaten de wereld aanschouw veel aan heb.)
Op de ochtend dat ik boos was, trok ik vloekend mijn panty aan. Vasco keek me aan vanuit mijn kledingkast, waarin zijn mandje staat. Naast hem lagen Oscars T-shirts en onderbroeken nog.
‘Hij zakt maar in de stront,’ zei ik. ‘Fucking lul.’
Vasco gaapte.
‘Hij zakt maar door de grond,’ zei ik.
Ik trok een ladder in mijn panty. Vasco rekte zich uit en ging rechtop zitten.
‘Hij zakt maar door de aarde. Hij zakt maar naar het midden van de aarde.’
Vasco hield zijn kop scheef.
‘Waar de lava is,’ zei ik ter verduidelijking, en begon onbedaarlijk te huilen.
Ik overwoog een boksbal op een veer te kopen, maar dat deed ik niet. Ik wandelde wel veel.
Over een tijdje ontdoen de dingen die ik meemaak de relatie met Oscar van de betekenis die het nu heeft. Ik word verliefd op een vrouw, zij ook op mij, dat blijkt allemaal veel minder eng dan ik dacht, we hebben het bijna altijd fijn en ik denk regelmatig: als Oscar en ik niet uit elkaar waren gegaan had ik dit geluk niet gevonden. Ik kom de ex tegen waarvan ik had gewild dat ik hem pas ontmoet had nadat ik therapie had gehad, we vallen opnieuw voor elkaar, ik raak per ongeluk zwanger, blijk een geboren moeder te zijn, het gezinsleven slokt me op en ik vergeet überhaupt nog aan Oscar te denken. Ik blijf altijd alleen, probeer als ik oud ben terug te denken aan de laatste keer dat iemand me aanraakte, ik weet dat Oscar het was, maar kan me steeds slechter herinneren hoe het voelde.
Dit ligt allemaal aan jou, dacht ik, dat je straks vervaagt, dat alles wat nu belangrijk is zijn relevantie verliest, dat je een voetnoot wordt. Ik wilde niet dat je een voetnoot zou worden. Lul.
Join the discussion