Voelen
Dit was het moment waarop ik alles wat ik in therapie had geleerd in de praktijk moest brengen. Alles wat ik had toegepast op onverwerkte emoties en trauma’s direct gebruiken op wat zich hier en nu afspeelde.
Niet: de glorie van wat is geweest ontkennen.
Niet: zeggen dat het wel meevalt.
Niet: zeggen dat je Oscar haat.
Niet: naar de kroeg.
Niet: een fles wijn halen.
Niet: naar AliExpress.
Niet: denken dat de beloftes die nieuwe spullen in zich dragen iets verlichten.
Niet: een datingapp installeren.
Niet: een oude scharrel bellen.
Niet: een vervangende pijn verzinnen.
Niet.
Ik besloot te doen wat de psycholoog me had geleerd: voelen. Waar ik een aantal jaren geleden de grootst denkbare moeite moest doen om onder aanmoediging van de psycholoog (Waar voel je dit? Voel je iets in je armen? Bij je keel? Op de borst? Wat voel je dan?) de emoties in mijn lijf te vinden en zelfs dan niet zeker wist of het antwoord klopte als ik zei dat ik een zwaar gevoel in mijn benen ervoer, was er nu geen twijfel over mogelijk. Mijn keel zat dichtgeknepen. Het was alsof er iets aan mijn romp trok, iets zwaars en dieps en dichts, maar het trok slechts zachtjes. Het was alsof mijn ogen dieper in hun kassen lagen, mijn gezicht voelde klein, alsof een zwaartekrachtveld midden in mijn schedel alles naar binnen haalde. Vlak onder de huid van mijn onderarmen trok zich iets samen, geen spieren, zo diep lag het niet. Iets trok zich samen en ik dacht: het zou fijn zijn als mijn extremiteiten de eigenschappen van slakkenogen hadden, dat ze naar binnen konden trekken, dat ik me kon samenvouwen tot een prop met alleen dit zware gevoel.
Toen huilde ik, ik huilde zo hard dat de buren het gehoord moesten hebben en ik dacht geen moment aan de buren.
Daarna ging ik naar buiten. In de afgelopen weken had ik door alle spanning dagelijks zoveel gewandeld dat mijn gemiddelde stappenaantal inmiddels bedenkelijk hoog was, maar wandelen was het beste dat ik had. Ik voelde me bijzonder sterk tijdens de wandeling. Het is groot, dacht ik, maar dit kan ik dragen.
Tijdens therapie ga je je ziektes als een entiteit zien. Ik heb het geluk dat ik nooit het gevoel heb gekregen dat mijn depressie verdween of kromp tot een hanteerbaar formaat, dat ik altijd heb geloofd dat ik zelf sterker werd. Ik geloof graag dat ik mijn depressie als een kind aan de hand mee door het leven neem. Een kind dat me respecteert, maar zich soms gewoon als kind gedraagt. Als ik een depressie van dergelijk formaat bij me kan houden zonder dat het me vloert, kan ik ook dit verdriet aan. Het is groot, dit kan ik dragen.
Join the discussion