Neerslag
Vandaag liep ik in mijn eentje door de regen en de hagel in de bossen bij Appelscha. Ik kan me niet herinneren dat ik eerder hagel heb zien vallen in de natuur, ik ben zo gewend om te zien dat hagel op asfalt neerkomt dat het haast surreëel leek, al die kleine witte bolletjes tussen de dennennaalden.
Bovenop een heuvel bleef ik stilstaan om te voelen hoe de hagelsteentjes tegen mijn gezicht tikten.
Ik dacht terug aan een man met wie ik vroeger tijd doorbracht. Hij bood me eens een paraplu aan toen ik zijn huis verliet terwijl het miezzerregende.
‘Bedankt,’ zei ik, ‘maar ik loop liever door de regen.’
‘Nee,’ zei de man.
‘Nee?’
‘Je kan toch wel een paraplu van me aannemen?’
‘Waarom?’
‘Doe niet zo koppig.’
‘Ik hoef geen paraplu.’
De man kon het zich niet voorstellen, voor je plezier door de regen lopen. Hij kon het zich zelfs zo slecht voorstellen, dat hij dacht dat er meer achter de parapluweigering zat. Een daad van misplaatst feminisme noemde hij het.
Een maand na het incident maakten we op een zonnige dag samen een wandeling. We hoefden geen jas aan.
‘Geef nou maar toe dat het misplaatst feminisme was toen je de paraplu niet wilde aannemen,’ zei de man.
Ik had juist hard mijn best gedaan het voorval te vergeten. Niet veel later spraken we elkaar voor het laatst.
Met mijn seksuoloog had ik het eens over een vraagstuk dat ik in mijn leven vaak voorbij heb horen komen: hoe kan het toch dat klootzakken de beste bedpartners zijn?
‘Zijn ze dat echt denk je?’
De seksuoloog liet een lange stilte vallen en ik zuchtte. Verdomme.
Terwijl ik in stilte een deel van mijn persoonlijke geschiedenis herschreef, nam de seksuloog het woord weer. Ze vertelde over het belang van rust, de tijd nemen om te ervaren, hoe weinig gelegenheid de meest ijverige bedpartners daar soms voor geven. Dat je juist als je je veilig voelt ook ruimte hebt voor verveling of afleidende gedachten of paniek. Ze vertelde me dat je moet stilstaan. Voelen.
Maar…bood je seksuoloog je ook een paraplu aan? Ik zeg je dit niet om lollig te zijn, maar omdat ik het zo’n mooie afronding van je column zou vinden, die echter ook zonder die toevoeging een toegevoegde waarde aan het leven is. Groet, Martin
Soms hoeven dingen niet mooi afgerond te zijn. 🙂