Houden
Ik heb lang moeite gehad met boos zijn. Pas toen ik ging werken met mensen die soms agressief waren leerde ik de waarde van woede. Toen ik voor de zoveelste keer het blad van een rolstoel naar me gegooid kreeg en ik schrok van mijn neiging om heel hard te schreeuwen dat het verdomme nou maar eens afgelopen moest zijn, ontdekte ik dat boosheid niet gaat over wat de ander fout doet, maar over je eigen grenzen. De man in de rolstoel kon het niet helpen dat dit zijn manier was om zich te uiten. Mijn woede betekende niet dat ik hem iets kwalijk nam, het betekende slechts dat ik liever geen grote objecten naar me gekatapulteerd kreeg.
In de afgelopen jaren ben ik nooit echt boos geweest op Oscar. Nadat we uit elkaar waren moest ik erg mijn best doen om de woede te blijven voelen.
Toen ik eens programmamaker was en de directeur van een literaire organisatie de avond voor een voorstelling het hele programma inhoudelijk wilde omgooien, raakte ik compleet in paniek. Oscar zette thee, legde een matje neer, zocht een YouTubevideo met yoga-oefeningen die mijn hoofdpijn zouden verminderen. Zo een moet je houden, zei ik tegen mezelf. Zo een moet je houden. Soms liet Oscar zomaar een doos vol vegan snacks bij me bezorgen. Zo een moet je houden. Oscar leerde me wandelingen waarderen. Zo een moet je houden. Hij is lid van de Vrije Bond. Zo een moet je houden. Oscar wil alle Kubrickfilms met me kijken. Zo een moet je houden. Oscar heeft de dieptepunten van mijn depressie met me uitgezeten, is niet vertrokken, was er gewoon, is van me blijven houden. Zo een moet je houden.
Als je iets vaak genoeg herhaalt, wordt het vanzelf de waarheid. Vergeet je te kijken naar andere dingen, die ook waarheid zijn.
Nadat ik tegen Oscar had gezegd dat het fijn was dat we Forel Vissen uit hadden gekregen, liep ik naar de wc voor papier om het snot mee van mijn lippen te vegen. Ik keek in de hal in de spiegel en zag hoe rood mijn gezicht was. Vol vlekken.
‘Ik heb een lullige vraag,’ zei ik toen ik weer naar de woonkamer liep. ‘Ik hoop niet dat je boos wordt.’
Oscar nam een slok van zijn water. Zijn wangen waren nat en zijn ogen waren dik.
‘Hoe lang voordat ik hier een stukje over mag schrijven?’
Oscar bleef even stil.
‘Ik vind het mooi,’ zei ik. ‘Dat je het boek net uit hebt gelezen.’
Oscar lachte een beetje.
‘Ik vind het geen lullige vraag,’ zei hij. ‘Geef het twee dagen.’
Zo een moet je houden, dacht ik. Zo een moet je houden. Zo een moet je houden. Tot het niet meer gaat.
Join the discussion