Het geruis
Er is een plek in mijn hoofd en het ruist er. Er is een plek in mijn hoofd, het is lang lang geleden ontstaan, langer geleden dan ik kan bevatten en het groeide met iedere keer ik hoorde dat ik me niet aan moest stellen, niet moest huilen, stil moest zijn. Er is een plek in mijn hoofd die ik pas een paar jaar ken, het trekt negativiteit aan en slokt herinneringen op als een zwart gat.
Niet lang geleden was ik het toonbeeld van een verwaarloosde kluizenaar en ik dacht dat alles goed ging. Zei: je moet tevreden zijn met wat je hebt. Zei: je moet genieten van de kleine dingen in het leven. Zei: je kan het slechter treffen. Als je lachend in de hel staat en denkt dat het de hemel is, is het tijd je zorgen te gaan maken, het moment om naar het ruisen van de plek in je hoofd te luisteren.
Het herkennen van het ruisen begint met het erkennen van wat het geruis verbergt. Je moet je herinneren. Herinneren hoe je je huis verwarmde met kaarsen en een gourmetstel omdat je de man van de ketel niet durfde te bellen. En dat dat niet normaal is. Herinneren hoe iemand je walgelijk (wal-ge-lijk, wal-ge-lijk, wal-ge-lijk) bleef noemen. En dat dat niet normaal is. Herinneren hoe alles was. En dat het niet normaal was. Dat het slecht was. Verdrietig. De hel.
Dan zoek je naar de oorsprong van het geruis. Je moet je herinneren wat je niet meer kan herinneren omdat het te lang geleden is. Misschien is het alleen een gevoel. Een gedachte. Stil moeten zijn. Weg willen lopen. Willen schreeuwen. Je om willen draaien. Herinner je hoe het voelde en weet dat het slecht was.
Dan kan je beginnen met luisteren naar het geritsel. Herkennen dat het geluid aanzwelt als er iets naars gebeurt.
(Ik herinner me een gesprek met Oscar, in de auto naar Duitsland. Het was serieus en ging over onze relatie. Ik wilde dingen beter doen, moest ze beter doen. Ik wilde het onthouden, zei het hem ook: ik wil dit echt onthouden, ik wil dat alles beter wordt, maar ben zo bang dat ik het vergeet. Twee dagen later moest ik hem vragen naar wat ik zo graag had willen onthouden. Dat doet het geruis.)
Als je het geruis herkent, kan je het kleiner maken. Ertegen praten. Erkennen dat het er is en er niet bang voor zijn. Opschrijven wat je wil onthouden als het geruis alles overstemt. Leren het op afstand te houden.
Mijn geruis is kleiner dan het lang geweest is. Het zit om van alles dat ik me niet kan herinneren en het mag er blijven zitten. Het beschermt me tegen wat het verhult en over een lange tijd zijn dat als het goed is alleen nog maar herinneringen waar ik niets mee hoef. Nu word ik soms nog geconfronteerd met wat het verbergt, de dingen die ik niet wilde weten, niet wilde onthouden, alles waar ik me voorheen slecht door voelde. Zoals eergisteren, toen ik ’s avonds bij het kijken van de eerste exitpoll geschokt kennis nam van het aantal kamerzetels dat de PVV al jaren blijkt te hebben.
Join the discussion