Door rood
Vannacht heb ik man en daad bij de naam genoemd. Ik toonde me een voorstander van eigenrichting. Toen ik vanmorgen met bonzend hoofd wakker werd meende ik het grotendeels nog steeds.
Ik stond op en trok meteen mijn hardloopkleding aan, dat is wie ik geworden ben, een vrouw die hardloopt om een kater te lijf te gaan. Ik rende onder mijn favoriete viaduct door, een deel van de weg was afgezet en ik ben bang dat het viaduct binnenkort wordt opgeslokt door de vernieuwing aan de ringweg, vervangen door een moderne variant.
Sanne en ik aten in de stad en gingen om tien uur naar haar huis. We dronken bier en liquor 43, aten sloffe chips, hadden het over vroeger, aaiden de kat, dansten op de bank, zongen hard mee met Bon Gepakt. Sanne liet de boete zien die ze had gekregen voor door rood licht fietsen, we spraken over het politieapparaat, het gesprek raakte verhit en het was duidelijk dat we elkaar op dit vlak niet zouden vinden.
Ik heb lang gezocht naar het moment waarop het misging in mijn leven. De waarheid is dat kantelpunten zich kunnen stapelen tot je met een duizelingwekkende snelheid buitelt, alles in een waas aan je voorbij trekt, je misselijk van het draaien raakt zodra je even stilstaat, waardoor je het liefst constant maar buitelt, alles ongrijpbaar houdt.
Nu ik door de hulp van een ploeg professionals stil kan staan zonder over te hoeven geven, herken ik een van de grote omslagmomenten aan dat ik ben weer geworden wie ik voor dat moment was, weer denk zoals ik voor die tijd dacht. Mijn onverschilligheid is weggetrokken en daaronder bleken de radicale opvattingen waarvan ik dacht dat ze met de het verstrijken van de tijd verdwenen waren gewoon nog te zitten. Ik weet nog niet goed wat ik moet met die opvattingen, ik moet mezelf beschermen tegen al te veel drukte en verantwoordelijkheden en bovendien steek ik nooit over als het licht op rood staat, zelfs niet midden in de nacht op een overzichtelijk en verlaten kruispunt.
Met mijn fiets aan de hand markeerde ik vannacht de route van Sannes huis naar dat van mij met stickers waarop staat dat vluchtelingen welkom zijn. Ik heb niet de illusie dat ik de wereld daarmee verander, maar toen vorig jaar mijn onverschilligheid verdween voelde ik me vaak getroost door de boodschappen die op lantaarnpalen geplakt waren, wist ik dat ik niet alleen was.
Join the discussion