De receptioniste – het vertrek II
De receptioniste – het vertrek II is het vervolg op De receptioniste – het vertrek, wat weer een vervolg is op De receptioniste – de aankomst, een verhaal waarvan ik nog niet de moed heb gehad het te schrijven.
Toen de receptioniste van de GGZ-instelling die ik met zoveel trots en plezier verlaten had de telefoon opnam, hoorde ik meteen met wie ik te maken had. Het was de vrouw bij wie ik me aan de balie gemeld had nadat ik per post uitnodiging voor een intakegesprek had gekregen. Traag, ergens tussen apathisch en chagrijnig, niet in staat om te functioneren als de gang van zaken afwijkt van het gebruikelijke procedé. Ze had een stijve boblijn die me allerminst aanstond, een boblijn waarover ik me zo nu en dan best heb lopen opwinden zelfs, maar dat zal meer aan mijn geestestoestand dan aan de haardracht van de receptioniste hebben gelegen.
‘Hallo,’ zei ik. ‘Met Jirke. Ik ben sinds vorige maand niet meer bij jullie in behandeling. Ik bel omdat mijn behandelaar per ongeluk een onjuiste dosering van mijn medicatie doorgeven heeft aan de huisarts.’
‘Oh.’
‘En nu krijg ik niet genoeg pillen.’
‘Oh.’
‘Ja.’
‘Ja.’
‘Ik wil graag de juiste hoeveelheid pillen krijgen.’
‘Oké,’ zei de receptioniste.
Ik liet een stilte vallen om de receptioniste de tijd te geven om na te denken.
‘En je bent hier niet meer onder behandeling?’
‘Dat klopt.’
Weer liet ik de receptioniste even de ruimte.
‘Dan moet je bij de huisarts zijn, niet bij ons,’ zei ze.
Ik vroeg me af hoe het mogelijk is dat in de tijd dat ik van een zielige vervuilde kluizenaar ben opgeknapt tot iemand die niet alleen het aanrecht netjes houdt, maar ook haar blik weer op de wereld gericht heeft en probeert daar constructief iets mee te doen, niemand nog heeft bedacht een beter passende functie te zoeken voor deze vrouw.
‘De huisarts heeft een onjuist recept van jullie gekregen,’ zei ik.
‘Je bent hier niet meer onder behandeling,’ zei de receptioniste.
‘Gelukkig maar,’ zei ik. ‘Kunt u me misschien met iemand doorverbinden die me kan helpen?’
‘Poeh,’ zei de receptioniste.
‘Ik denk dat het handig is me door te verbinden.’
‘Wacht even,’ zei de vrouw. ‘Begrijp ik goed dat het recept niet klopt?’
‘Ja,’ zei ik. ‘Ik wil graag dat iemand alsnog de juiste dosering doorgeeft aan de huisarts.’
‘Maar hoe lang ben je hier dan niet meer onder behandeling?’
‘Een maand,’ zei ik. ‘Precies lang genoeg om weer nieuwe pillen nodig te hebben.’
‘Oh,’ zei de receptioniste. ‘Oh.’
Ik had alle emotionele ruimte om te begrijpen dat dit voor de receptioniste ook geen gemakkelijk gesprek was, maar mijn psycholoog leerde me af om met iedereen rekening te houden.
‘Ik wil graag doorverbonden worden met mijn oude hoofdbehandelaar,’ zei ik. ‘Mevrouw van Hoek.’
‘Even kijken hoor,’ zei de receptioniste. Ik hoorde papiergeritsel. ‘Even kijken.’
Ik zuchtte maar eens hoorbaar.
‘Ik weet niet of ze er nu is,’ zei de receptioniste. ‘Misschien heeft ze zelfs vakantie.’
‘Kijk maar even of ze vakantie heeft.’
Ik hoorde weer geritsel, toen getik op een toetsenbord.
‘Sorry,’ zei de receptioniste. ‘Ze is de komende anderhalf week weg. Ik kan u niet helpen.’
‘Kunt u me met iemand anders doorverbinden?’
‘Met wie?’
‘Iemand die ervoor kan zorgen dat de huisarts weet hoeveel pillen ik nodig heb om nooit meer bij jullie terug te hoeven komen.’
‘Oei,’ zei de receptioniste.
‘Wat?’
‘U bent hier niet meer onder behandeling, dus nee.’
Als ik even heel goed bij mijn gevoel bleef, zoals ik geleerd heb in therapie, voelde ik dat ik mijn telefoon tegen het glas in de deur van de kast die tegenover me stond wilde gooien. Ik deed het niet. Ik gaf een naam aan het gevoel: boosheid.
‘Mevrouw,’ zei ik. ‘Als ik niet de juiste pillen krijg sta ik bij een jaar gewoon weer bij u aan de balie. Verbind me meteen maar door met iemand die een intakegesprek met me kan plannen, dan gaat het tegen de tijd dat ik de wachtlijst doorlopen heb slecht genoeg met me om meteen te kunnen starten met een nieuw behandeltraject.’
‘Nou,’ zei de receptioniste. ‘Nou, nou.’
‘Nou?’ Ik wist inmiddels ook niet veel meer uit te brengen.
Weet u wat ik voor u doe?’ De receptioniste klonk ineens heel opgewekt. ‘Ik verbind u door met de psychiater van dienst.’
Join the discussion