Skip to content

De maat

Written by

Jirke

1.
We zitten aan tafel. Op de knieën van mijn spijkerbroek zitten natte plekken van het spelen in het gras.
Er staan drie borden. Een voor mijn vader, een voor mijn broer en een voor mij.
‘Eet mama niet mee?’ vraag ik aan mijn vader.
‘Jawel,’ zegt hij.
Mijn moeder komt de keuken uitgelopen met een vierkant glazen schaaltje met yoghurt.
‘Mama is op dieet.’

2.
Linda had nieuwe vriendinnen gemaakt en was met ze naar het zwembad geweest. Ik maakte me zorgen, het waren populaire meisjes en ik kon merken dat ze mij niet mochten. Linda vond me soms ook stom, maar dat vertelde ze me dan gewoon. Zoals die keer dat ik al mijn schoolspullen bij de V&D in dezelfde zwart-witte print had gehaald. ‘Niet tof, Jirke,’ zei ze toen. ‘Alles in dezelfde print. Niet tof.’ Het jaar daarop zorgde ik ervoor dat niets bij elkaar matchte.
‘Hoe was het in het zwembad?’ vroeg ik.
‘Leuk,’ zei Linda. ‘Meike en Irene zijn echt tof.’
‘Fijn.’
‘Alleen moesten ze lachen om een vrouw met cellulite. Ze wezen haar na. Ik heb ook putjes in mijn benen als ik ga zitten, maar dat durfde ik niet te zeggen.’

3.
Ik was klaar met de middelbare school en we vonden elkaar weer. Hij was naar de stad verhuisd voordat ik dat deed en hij had me erg gekwetst met zijn avonturen. Toch bleek er toen we elkaar weer zagen nog een grote aantrekkingskracht te zijn. Hij had veel geleerd. Waar de toffe plekken waren, wie de toffe mensen, hoe je nog meer plezier kon hebben dan van blowen of drank.
We dansten de hele nacht, hadden dezelfde hallucinaties, bleven samen wakker tot de zon weer bijna onderging.
‘Weet je dat pep heel goed is voor de lijn?’ zei hij.
Ik keek hem aan.
‘Ik denk dat je, als je een maand lang elke dag gebruikt, er perfect uitziet. Niet met grote borsten natuurlijk, maar gewoon, slanker.’
Slanker. Dat klonk goed. En een maand was te overzien.
‘Natuurlijk kan je niet snuiven op je werk. Dat valt op. Pak eens vloei? Dan laat ik je zien hoe je bommetjes kan maken. Die kan je gewoon doorslikken.’

4.
Vanaf het moment dat ik hem zag was ik verliefd. Hij was volwassen, dacht ik. Alles ging snel en ik liet me meevoeren.
Vanaf het moment dat we samenwoonden had ik spijt. We zouden samen naar een nieuw huis zoeken, maar toen ik eenmaal bij hem woonde, wilde hij niet meer verhuizen. Hij droeg me op handen, ik wist niet wat ik daar mee moest.
‘Je bent prachtig,’ zei hij. ‘Wat ben je ongelooflijk mooi en lekker.’
Ik lachte dan ongemakkelijk. Soms zei ik dat ik niet blij was met mijn figuur. Dat wuifde hij weg. ‘Je bent perfect.’
Een keer kreeg ik medicatie die ervoor zorgde dat ik niet meer kon eten. Het ging zo moeizaam, dat ik soms twee uur worstelde om een halve liter sinaasappelsap weg te krijgen. Natuurlijk verloor ik gewicht.
Mijn vriend was erg te spreken over mijn nieuwe vorm. ‘Ik neem terug wat ik heb gezegd,’ zei hij terwijl hij me naar zich toetrok. ‘Zo vind ik je nog mooier.’

5.
Met een vriend deed ik een patateetwedstrijd. Een kilo patat bij Manneken Pis in Utrecht. Hij was sneller, maar we kregen beiden alles op. Weer thuis belde ik met de jongen waar ik geen relatie mee had of misschien wel, het was een gecompliceerde situatie.
‘Een kilo,’ zei ik. ‘Goed he?’
Even bleef het stil.
‘Ik weet niet of ik dat wel zo goed vind,’ zei hij.
‘Ik heb niet gewonnen, maar ik heb alsnog alles opgekregen.’
‘Ik geloof niet dat ik het een goed idee vind dat je een kilo patat eet,’ zei hij.
‘Waarom niet?’
‘Het zou erg jammer zijn als je aankomt.’

6.
Een vriendin had een zwembad in de tuin gezet en vroeg of op een warme dag of ik bij haar langs wilde komen om in het zwembad te zitten. Ik wilde wel, maar vond het lastig dat het zwembad vanaf het voetpad te zien was. Ik heb me nooit gemakkelijk gevoeld in zwemkleding.
‘Geeft niets,’ zei ze. ‘Ik had dat in het begin ook, maar de mensen op straat zijn toch niet bezig met hoe jij eruitziet. Kom maar gewoon.’
Ik had mijn bikini onder mijn kleding aangetrokken. Bij de vriendin in de tuin trok ik mijn rok en t-shirt uit. Een ongemakkelijk moment vond ik het, je kleding uittrekken op een plek waar je dat normaliter niet zou doen. Het voelde kwetsbaar, zoals wanneer je in de sauna je zwemkleding uittrekt.
De vriendin stond tegenover me in haar bikini en nam me even in zich op.
‘Goh,’ zei ze. ‘Je zit best stevig in je vel. Met jouw figuur had ik het blubberiger verwacht.’

7.
Bij de psychiater aan tafel vertelde ik tevreden over de effecten van de medicatie die hij had voorgeschreven. Het was een verschil tussen dag en nacht, wel of niet leven, naar buiten gaan of de hele dag in bed blijven liggen. Een mirakel.
‘En de bijwerkingen?’
‘Valt mee.’
‘Gewichtstoename?’
‘Twee kilo.’
De psychiater zuchtte.
‘Dan moeten we misschien toch naar een ander middel kijken.’

8.
‘Ik ben blij dat het zo goed met je gaat,’ zei iemand. ‘En ik zeg tegen iedereen dat je niets kan doen aan je gewicht, dat dat gewoon van de medicijnen komt.’

9.
Op mijn werk had iemand op een zonnige dag een hangmat opgehangen.
‘Let je wel op?’ zei ze. ‘Ik denk niet dat jij er in moet gaan liggen. Ik bedoel het niet slecht, maar ik dacht, ik waarschuw je even.’
Ik vroeg me af waar ik die dag überhaupt de tijd had moeten vinden om even te gaan liggen.

Previous article

Het geruis

Next article

Big in Veendam

Join the discussion

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *