Skip to content

De logé – deel 2

Written by

Jirke

Ik had het meisje een handdoek gegeven. Ze kon murmelen wat ze wilde over een crusty zijn en wat punk is, ik wist dat ze niet durfde te douchen vanwege de mannen met wie ze de badkamer deelde, ik wist hoe moeilijk het überhaupt is om het bed uit te komen en een handdoek te pakken, ik begreep het allemaal en het meisje kon een stuk zeep gebruiken.

Het meisje bleef lang onder de douche staan. Ik ging in kleermakerszit op de bank zitten probeerde op mijn ademhaling te letten. Het is eigenlijk niet zo verrassend, dacht ik, dat dit meisje nu een tijdje bij me blijft. Ik dacht aan hoeveel andere mensen niet horen dat er een adolescent op hun voordeur staat te beuken. De mannen in pakken die lachend roepen dat je geen hart hebt als je niet links bent als je jong bent en geen verstand als je niet rechts bent op oudere leeftijd.

Toen ik de douche uit hoorde gaan stond ik op, liep naar de keuken en pakte een Desperados. Ik deed er een schijfje citroen in en zette het flesje klaar voor het meisje. 
‘Wow,’ zei ze toen ze met natte haren de kamer inliep. ‘Lekker.’
Het meisje had zich slecht afgedroogd, maar ik zei er niets over. Ze droeg een ander rokje, dezelfde panty’s en een hemdje van Leftover Crack. Misschien moesten we het nog eens over dat concert hebben, maar dat was voor later.
‘Eén drankje,’ zei ik. We hadden beiden een neiging tot mateloosheid. In tegenstelling tot het meisje had ik geleerd hoe nuttig het is om tijdig afspraken met jezelf te maken.
Het meisje rolde met haar ogen.

We konden goed stil zijn samen. Het voelde meteen vertrouwd, een ander in mijn huis. Af en toe keken we tegelijkertijd op uit onze gedachten en dan vingen onze blikken elkaar.

Het meisje zat nauwelijks stil. Ze wisselde constant van houding, sloeg haar linkerbeen over haar rechter, dan weer haar rechterbeen over haar linker, draaide aan de ringetjes in haar neus.

‘We gaan straks een stuk wandelen,’ zei ik.
Het meisje knikte.
‘Waarom heb je zoveel spullen?’ vroeg ze.
‘Ik heb veel verdriet gehad,’ zei ik.
‘Heb je alle boeken die in je kast staat gelezen?’ vroeg ze.
Ik schudde mijn hoofd.
‘Je moet wegdoen wat je niet leest,’ zei het meisje.
‘Dat weet ik niet,’ zei ik.
‘Waar krijg ik verdriet over?’ vroeg het meisje. ‘Gaat er iemand dood?’
Ik schudde mijn hoofd weer.
‘Gelukkig,’ zei het meisje.

Ik stond op van de bank om mijn schoenen te pakken.
‘Heb je iets warmers voor me om aan te trekken?’
Ik pakte het Schültenbrau-vestje dat ik ooit bij de Aldi kocht. Laatst had ik het bijna weggedaan, nu was ik blij dat het nog in mijn kast lag.
‘Vet,’ zei het meisje.

Toen we de wijk inliepen besefte ik ineens dat onze territoria overlapten. Dat ik achter de Wibra woon waar het meisje speelgoed met haar oppaskind kocht. Dat ik vaak boodschappen doe in de Albert Heijn waar zij altijd kwam.

We wandelden langs een buurtcentrum. 
‘Hier werk je later een tijdje,’ zei ik. Het leek me niet de bedoeling haar hele toekomst te verklappen, maar een enkele geruststelling leek me wel kunnen. ‘Je wordt ambulant begeleider van mensen die in de stad wonen en hulp kunnen gebruiken.’
‘Tof,’ zei het meisje. Plotseling keek ze schichtig om zich heen. Ze leek te herkennen waar we waren.
‘Laten we een andere kant opgaan,’ zei ze.
‘Waarom?’ vroeg ik.
‘Ik ken het hier al,’ zei het meisje.
‘Kom,’ zei ik. ‘Er kan niets gebeuren.’
Ik stak mijn hand uit, het meisje pakte hem vast. Samen liepen we rechtdoor.

***
Eerder verscheen:
De logé – deel 1

Previous article

De logé - deel 1

Next article

De logé - deel 3

Join the discussion

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *